’Voor ’ons kent ons’ hoef je niet uit de buurt te komen.’ Westfrieslands Festival trekt eerste kampeerders, maar de overnachting is nog niet populair
Joyce Beuken
Noordhollands Dagblad 03-08-25
Onderdijk
Het Westfrieslands Festival laat met de komst van een officieuze festivalcamping zien dat het zin heeft in groei. Het evenement verhuisde dit jaar van de knusse achtertuin van Jan en Gerda Haakman in Onderdijk naar het ruimere terrein naast camping Ariënstocht, net buiten het dorp. Hoewel het eerste regenachtige jaar de camping nog maar beperkt benut wordt, delen festivalgangers dit weekeinde unaniem het gevoel dat hier potentie ligt voor een ’skoftige’ versie van Lowlands.
Maurice Boter (54) en Linda Veerman (47) uit Volendam hebben speciaal voor het festival een caravan gehuurd. Ze bezochten eerder grote evenementen als Werchter en Pinkpop, maar kamperen deden ze er nooit. Op de vraag of ze het leuk vinden om nu eindelijk eens te kamperen, lacht Maurice: „Zij niet, ik wel.” „Nou, ik sta er gekleurd op”, zegt Linda. „Kamperen staat me eigenlijk niet zo aan”, geeft ze eerlijk toe. Maurice daarentegen ziet het wel zitten: „Voor mij is het echt een toevoeging aan het festival. Je bent even helemaal weg en dat maakt de ervaring completer.”
Maurice Boter (54) en Linda Veerman (47) uit Volendam hebben speciaal voor het festival een caravan gehuurd. Ze bezochten eerder grote evenementen als Werchter en Pinkpop, maar kamperen deden ze er nooit. Op de vraag of ze het leuk vinden om nu eindelijk eens te kamperen, lacht Maurice: „Zij niet, ik wel.” „Nou, ik sta er gekleurd op”, zegt Linda. „Kamperen staat me eigenlijk niet zo aan”, geeft ze eerlijk toe. Maurice daarentegen ziet het wel zitten: „Voor mij is het echt een toevoeging aan het festival. Je bent even helemaal weg en dat maakt de ervaring completer.”
Camping Ariënstocht wordt sinds drie jaar gerund door Justyna Czyzak (47) en haar partner. Voor het eerst dient hun terrein ook als festivalgrond. Of ze het spannend vond, honderden feestgangers en een groot podium op haar veld? „Nee hoor, ik kom al jaren op het festival. En we ontvangen ook elk jaar gasten die na afloop bij ons komen kamperen. Dat het festival nu hier is, voelt heel logisch. Het enige nadeel is dat ik naast het terrein woon, waardoor ik voor van alles word opgetrommeld. Ik ben nu onderweg om theedoeken te halen”, zegt ze met een biertje in de hand.
Ze lichtte alle boekers van het weekeinde in over het festival. „Sommige hebben daarom hun boeking verplaatst, maar anderen kochten juist direct een kaartje voor het festival.”
De zon prikt af en toe door het regenachtige wolkendek boven de nieuwe festivallocatie. DJ Gumbold (39) uit Bovenkarspel, die zijn echte naam liever voor zich houdt vanwege zijn baan, is vanaf het begin de vaste dj van het festival. „Dit is het leukste festival om te mogen draaien”, vertelt hij trots tussen zijn sets door. „Ik kan alles draaien wat ik zelf leuk vind, daar houdt het publiek namelijk ook van.”
Zijn tentje staat al klaar op de camping. „Ik heb geen zin om na afloop nog tien kilometer naar huis te fietsen. Ik hoop wel dat er volgend jaar meer mensen blijven slapen, dat geeft zo’n Lowlands-gevoel.” De liefde en waardering voor de huis-dj is terug te zien in het hoekje met kindervertier. Hier ligt een stapel kleurplaten van DJ Gumbold klaar om verlevendigd te worden.
Het aanbod aan eten op het terrein is op z’n zachtst gezegd op de West-Fries toegespitst. Een stedelijke vegetariër kan vandaag enkel van patat genieten, of popcorn uit de kinderhoek. De op de website beloofde vegaburger lijkt onvindbaar, tenzij deze in de EHBO-tent verkrijgbaar was, gezien dat de enige plek is waar niet gezocht werd.
Vleermuis
Naast het podium staat een klein, zwart altaartje, versierd met bloemen, kaarsen en een ingelijste foto. In eerste instantie lijkt het een ingetogen eerbetoon aan een overleden bezoeker of vrijwilliger. Maar een plastic vleermuis verraadt al snel een ander verhaal: in het lijstje prijkt niemand minder dan Ozzy Osbourne. Wanneer later op de dag ’No More Tears’ uit de speakers van DJ Gumbold dreunt, wordt duidelijk dat dit geen droevig herdenken is, maar een speelse, liefdevolle ode aan de Prince of Darkness zelf. „No more rain”, jubelt Gumbold door de microfoon.
Melle Grooteman (27) uit Wervershoof is al zes jaar vaste bezoeker. „Het nieuwe terrein is ruimer, er zit meer toekomst in”, zegt hij schuilend voor een bui onder de feesttent. „Ik kom eigenlijk niet zo voor de bands. We drinken twee biertjes thuis, fietsen hierheen en komen zoveel mensen tegen dat we soms de muziek amper horen.” Overnachten doet hij nog niet: „Ik woon tien minuten verderop, maar als het festival groter wordt, sta ik hier zeker een keer met een tentje. Gewoon voor de gezelligheid.”
Ik woon tien minuten verderop, maar als het festival groter wordt, sta ik hier zeker een keer met een tentje. Gewoon voor de gezelligheid
Melle Grooteman
Bezoeker
Patrick (54) uit Medemblik vat de sfeer mooi samen: „Het weerzien, een paar boerefluitjes, biertjes uitdelen, dat maakt Westfrieslands mooi. Het is ’ons kent ons’. En ’ons kent ons’ betekent hier niet dat je uit de buurt moet komen, maar dat je makkelijk contact legt. Dat is de verbindende factor.”
Oudste
Dick Koster, met zijn 80 jaar waarschijnlijk de oudste festivalganger van de dag, komt al tien jaar trouw naar het evenement. „Je blijft jong door hierheen te gaan”, meent hij. Vanochtend kwam hij op de fiets vanuit Andijk en later trapt hij weer terug. „Of het veel verschilt met de oude plek? Nee joh, het gaat immers om de mensen en de muziek.”
Kees Kok uit Enkhuizen is dit jaar voor de tweede keer op Westfrieslands. Hij woonde jarenlang in Andijk, en komt in tegenstelling tot de meeste bezoekers niet alleen vooral voor de gezelligheid en bekende gezichten. „INXS en Pearl Jam, dat is precies mijn muziek”, vertelt hij. „Vroeger gingen we altijd naar Vlietpop, maar dat is gestopt. Toen dit festival naar Onderdijk verhuisde, had ik dat niet meegekregen, dus heb ik het een paar jaar gemist. Maar als je er niet bent, mis je ook niks”, haalt hij z’n schouders op.
Anna Hoogeboom (19) uit Hoogkarspel valt op door diens gothic kleding en make-up. „West-Friesland is best conservatief, de gothscène is klein. Ik wil mezelf bewijzen. Veel boeren zijn eigenlijk heel open, maar je moet ze leren kennen. Een paar biertjes en ze snappen het wel.” Vorig jaar werden diens foto’s zelfs gebruikt voor de festivalpromotie, deelt Anna trots. „Op straat in Hoogkarspel krijg ik soms nare reacties. Maar hier niet. Hier mag iedereen zichzelf zijn, vooral de oudere bezoekers vinden mijn stijl tof.”
Op zondagmorgen is het stil tussen de weilanden. Slechts zeven standplaatsen zijn bezet, vooral door gasten van buiten West-Friesland. „Maar ook een groep dames uit Bovenkarspel die er een vriendinnenweekeinde van maakten”, vertelt Justyna trots. We treffen ze zondagochtend in pyjama voor de caravan. „De derde ligt nog te slapen’’, lacht Paulina Laan (56).
Vakantie
Marjon, die liever zonder achternaam in de krant komt, hoopt dat hun verhalen de rest van de groep overtuigen om volgend jaar mee te gaan. „Het voelt echt als vakantie: fijne camping, goede muziek, wat wil je nog meer?”, zegt Paulina. „Je hoeft niet ver weg voor een mooi uitje, het gras is immers overal groen”, besluit Marjon. De dames blijven liever uit beeld, maar het onderkomen mag wel op de foto, nadat Paulina er snel een bezem doorheen heeft gehaald. „We hebben gisteren nacho’s gemaakt, dus het is een beetje kruimelig. We hebben een klein oventje staan, net als een koffiezetapparaat. Net een huisje. Wil je een bakkie?”
Verderop kruipt Bastiaan Rus (35) uit zijn tent. Hij komt oorspronkelijk uit Berkhout maar woont voor zijn werk in Arnhem. „Ik sliep hier al jaren na het festival, toen het nog in de achtertuin van Jan Haakman was. Dan moest ik een eind lopen, nu ben ik zo in bed.” Zijn vrienden uit Wervershoof zijn gisteravond teruggereden naar Amsterdam, met een BOB uiteraard.
Volgend jaar
Het Westfrieslands Festival vindt volgend jaar traditiegetrouw weer plaats op de eerste zaterdag van augustus, ofwel 1 augustus 2026, hoogstwaarschijnlijk weer naast camping Ariënstocht.
Hoe laat hij zelf zijn matje opzocht, weet hij niet meer. „Straks alles inpakken, onderweg een koffie en terug naar Arnhem”, deelt Bastiaan mee, die op de brakke ochtend een man van weinig woorden lijkt. Volgend jaar komt hij zeker weer: „Maakt me niet uit wie er speelt, ik vertrouw op de organisatie dat ze iets moois neerzetten.”
Line Up 2025
Sponsors 2025

































































































































































































































































